Rekenvoorwaarden |
|
Venster lichaamsorientatie: |
Begeleidingsdienst voor vrijescholen P. van Meurs
Venster lichaamsorientatie
A: lichaamsoriëntatie: hierbij is het eigen lichaam uitgangspunt.
Een doorkijkje naar het onderwijs 5
- De oudste kleuters mogen op woensdag lichaamsdelen aanwijzen (en benoemen) met het bewegingsvers: Goedemorgen allemaal, heb je goed geslapen; ben je fit en ben je sterk? Dan gaan wij weer blij aan het werk.
- Er worden dan 3 tot 4 lichaamsdelen aangewezen. Groot plezier bij het billen aanraken, waarbij er even opgeveerd moet worden. Veel pret als dit tegelijk gebeurt.
Wat kunnen we doen om het bewustzijn hiervoor te helpen ontwikkelen?
- Het lichaamsdeel benoemen terwijl het wordt aangewezen.
- Liedjes en versjes zoals: Hoofd, schouders, knie en teen; dit zijn mijn wangetjes; de pinken kussen elkaar; juffrouw Katrijntje ; twee handen op de knieën; dit is opa klein en dik; mag ik door je straatje lopen; dit is mijn neusje en dit is mijn kin, enz.
- Waar hebben we er 1 van; en 2 en 3 en meer?
- Kinderen staan tegenover elkaar en doen elkaars houding na.
- Kruiwagenloop (met twee kinderen);
- Stoeltje maken (met drie kinderen);
- Met het ene lichaamsdeel het andere aanraken: met je pink je neus aanwijzen; met je duim je oor (en wisselen), je voorhoofd op je knie; je tong op de rug van je hand. Enz.
- Met de stoel: één voet eronder, andere voet erop; één oor op de zitting en een hand op de leuning; één hand aan de voorkant van de rugleuning en de andere aan de achterzijde van de rugleuning; één wijsvinger op de bovenkant van de zitting en de ringvinger aan de onderkant van de zitting (controleren); het voorhoofd aan de voorkant van de rugleuning en de pinken aan de achterkant ervan, enz.
- Elkaar aantikken met de schaduwen.
- Verjaardagsliedje: Een kaartje een kaartje; bij het verjaardagsverhaal mogen de kinderen vertellen wat je lijf allemaal heeft op aarde en dan worden de meest gedetailleerde lichaamsdelen opgenoemd en aangewezen.